GGZ NOORD

De aanmeldprocedure is de organisatie als volgt geregeld (zoals: wie ontvangt de telefonische aanmelding, wie doet de intake, hoe verloopt de communicatie met de patiënt/cliënt): de patiënt wordt aangemeld door de huisarts die via het digitale platform Zorgdomein een verwijsbrief naar GGZ Noord verzendt. De officemanager van GGZ Noord signaleert deze aanmelding, neemt contact op met de patiënt en stuurt die een online aanmeldformulier toe. Wanneer de patiënt deze heeft ingevuld, brengt de officemanager het Locatie Aanspreek Punt (LAP) op de hoogte dat de patiënt getriageerd kan worden. De LAP is een vaste regiebehandelaar die binnen GGZ Noord aangewezen is als verantwoordelijke voor de wachtlijst, triagering en verdeling van de patiënten onder de behandelaren. De patiënt komt vervolgens op de wachtlijst die in het beheer is van de LAP. Wanneer een behandelaar aangeeft dat diegene plek heeft voor een nieuwe patiënt, neemt de LAP contact op met de patiënt om twee intakegesprekken in te plannen bij een behandelaar. Bij de basispsychologen wordt altijd een regiebehandelaar ingepland om tenminste bij een van de twee intakegesprekken aanwezig te zijn. De LAP verzendt een afspraakbevestiging aan de patiënt, zet de afspraak in de agenda van de behandelaar en stelt de behandelaar op de hoogte van de intake.

Zoals bij punt 14 beschreven wordt een patiënt door de huisarts via Zorgdomein verwezen naar GGZ Noord. De officemanager zorgt ervoor dat de patiënt een online aanmeldformulier invult en brengt de LAP op de hoogte. Deze triageert, registreert op de wachtlijst en plant twee intakeafspraken in bij een behandelaar (psychiater/GZ-psycholoog/Verpleegkundig Specialist GGZ, Psycholoog) wanneer die ruimte heeft in zijn agenda om de behandeling te gaan doen. Bij basispsychologen wordt er bij tenminste een van de twee intakegesprekken een indicerende regiebehandelaar ingepland. Dit is bij GGZ Noord de psychiater of de GZ-psycholoog, afhankelijk van de inschatting van de problematiek van de patiënt (bijvoorbeeld bij medicatiegebruik zal de psychiater eerder als indicerend regiebehandelaar worden ingepland), maar ook afhankelijk van de beschikbaarheid van de behandelaar. Na de intakegesprekken wordt er in werkbegeleiding besproken welke diagnose er gesteld kan worden en wordt er een opzet voor een behandelplan gemaakt. Deze opzet wordt gebaseerd op de hulpvraag van de patiënt, maar ook op basis van de casusconceptualisatie (met onder meer samenhang van klachten) van de betrokken behandelaren. Dit wordt in het MDO gepresenteerd waar het door alle behandelaren wordt geëvalueerd. Vervolgens wordt dit behandelplan met de patiënt besproken en wordt het resultaat van de behandeling met de patiënt meetbaar gemaakt aan de hand van concrete behandeldoelen.

Het behandelplan wordt als volgt opgesteld: (beschrijving van proces en betrokkenheid van patiënt/ cliënt en (mede-)behandelaren, rol multidisciplinair team): na de intakegesprekken wordt er tijdens werkbegeleiding een opzet gemaakt van een behandelplan. Dit wordt gepresenteerd en geëvalueerd tijdens het MDO en vervolgens aan de patiënt voorgelegd. Wanneer de patiënt akkoord gaat met de behandelmethode en het algemene behandeldoel, worden er concrete behandeldoelen opgesteld. Dit wordt zoveel mogelijk op de SMART-methode gedaan zodat de doelen meetbaar en afgebakend zijn.

De voortgang van de behandeling en begeleiding wordt binnen GGZ Noord als volgt gemonitord (zoals voortgangsbespreking behandelplan, evaluatie, vragenlijsten, ROM): de vaste behandelaren (basispsychologen) hebben allen wekelijks een uur werkbegeleiding met een regiebehandelaar. Hierbij worden alle behandelingen van de vaste behandelaar op enig moment besproken. Uiteraard worden behandelingen die niet naar verwachting verlopen vaker besproken. Telkens gaat de aandacht uit naar het doel van de behandeling, het verloop daarvan en wat er nodig is om het doel na te blijven streven. Verder vindt er na zo’n drie maanden na de intake een evaluatiegesprek plaats met de patiënt, vaste behandelaar en regiebehandelaar. Voorafgaand aan zo’n evaluatiegesprek heeft de patiënt een ROM vragenlijst ingevuld die tijdens een evaluatiegesprek besproken wordt. Ook worden de behandeldoelen geëvalueerd. Deze evaluatie wordt uitgewerkt in het EPD en de behandeldoelen worden indien nodig aangepast. Vervolgens wordt de uitkomst van de evaluatie besproken in het MDO. Naast het standaard evaluatiegesprek na drie maanden is het mogelijk om indien nodig of gewenst meerdere evaluatiegesprekken in te plannen. Dit is vaak afhankelijk van de behandelvoortgang, behandelverloop en behandelduur.

Binnen GGZ Noord reflecteert de coördinerend regiebehandelaar samen met de patiënt/cliënt en eventueel zijn naasten de voortgang, doelmatigheid en effectiviteit van de behandeling en begeleiding als volgt: zoals bij de voorgaande punten beschreven, vindt er na drie maanden van de intake een evaluatie plaats met de patiënt, vaste behandelaar en coördinerend regiebehandelaar. Afhankelijk van de behandelduur, behandelvoortgang en behandelverloop kunnen er meerdere evaluatiemomenten worden ingepland. De behandeldoelen worden geëvalueerd met inzet van de ROM. De doelen worden zo nodig bijgesteld, wat wordt uitgewerkt in het EPD.

De tevredenheid van patiënten/cliënten wordt binnen GGZ Noord op de volgende manier gemeten: tijdens evaluatiemomenten is dit een vast onderdeel van de evaluatie. Daarnaast wordt er gebruik gemaakt van de vragenlijst Consumer Quality Index (CQi-AKWA) die standaard bij het einde van een behandeltraject digitaal aan de patiënt wordt toegestuurd. Aangezien de tevredenheid van patiënten bij GGZ Noord als zeer relevant gezien wordt, wordt de CQi ook tussentijds verzonden aan patiënten waarna de resultaten in het behandelteam worden geëvalueerd.

Het behandelplan wordt als volgt opgesteld: (beschrijving van proces en betrokkenheid van patiënt/ cliënt en (mede-)behandelaren, rol multidisciplinair team): na de intakegesprekken wordt er tijdens werkbegeleiding een opzet gemaakt van een behandelplan. Dit wordt gepresenteerd en geëvalueerd tijdens het MDO en vervolgens aan de patiënt voorgelegd. Wanneer de patiënt akkoord gaat met de behandelmethode en het algemene behandeldoel, worden er concrete behandeldoelen opgesteld. Dit wordt zoveel mogelijk op de SMART-methode gedaan zodat de doelen meetbaar en afgebakend zijn.

De voortgang van de behandeling en begeleiding wordt binnen GGZ Noord als volgt gemonitord (zoals voortgangsbespreking behandelplan, evaluatie, vragenlijsten, ROM): de vaste behandelaren (basispsychologen) hebben allen wekelijks een uur werkbegeleiding met een regiebehandelaar. Hierbij worden alle behandelingen van de vaste behandelaar op enig moment besproken. Uiteraard worden behandelingen die niet naar verwachting verlopen vaker besproken. Telkens gaat de aandacht uit naar het doel van de behandeling, het verloop daarvan en wat er nodig is om het doel na te blijven streven. Verder vindt er na zo’n drie maanden na de intake een evaluatiegesprek plaats met de patiënt, vaste behandelaar en regiebehandelaar. Voorafgaand aan zo’n evaluatiegesprek heeft de patiënt een ROM vragenlijst ingevuld die tijdens een evaluatiegesprek besproken wordt. Ook worden de behandeldoelen geëvalueerd. Deze evaluatie wordt uitgewerkt in het EPD en de behandeldoelen worden indien nodig aangepast. Vervolgens wordt de uitkomst van de evaluatie besproken in het MDO. Naast het standaard evaluatiegesprek na drie maanden is het mogelijk om indien nodig of gewenst meerdere evaluatiegesprekken in te plannen. Dit is vaak afhankelijk van de behandelvoortgang, behandelverloop en behandelduur.